Adviseren over duurzaamheid in de samenstelpraktijk, kan dat?
Adviseren is eerst kiezen
Voordat een accountant in de samenstelpraktijk adviseert over een onderwerp is er een aantal vragen te beantwoorden. De antwoorden op die vragen laten een – duidelijke – reeks van keuzen van de accountant(spraktijk) zien. Deze keuzen zijn ook merkbaar voor cliënten en derden. Het gaat hierbij (onder meer) om de volgende vragen:
-Past advisering bij het profiel van de praktijk?
-Past advisering bij mij als persoon of bij de persoon van mijn collega(‘s)?
-Op welk niveau is de advisering gewenst?
-Is er voldoende deskundigheid om advisering op dat niveau te kunnen uitvoeren?
-Is er voldoende capaciteit beschikbaar op dat deskundigheidsniveau?
Over enkele van deze vragen wordt een bespiegeling gegeven in dit artikel, met als doel om de lezer te laten reflecteren op de eigen positie en op de positie van de samenstelpraktijk. Dat wordt mede gedaan aan de hand van een doorlopend praktijkvoorbeeld. Tot slot wordt er een vraag gesteld.
Praktijkvoorbeeld deel 1: Inleiding
Meubelspeciaalzaak CoZit heeft zich toegelegd op de verkoop en distributie van COmfortabele ZITmeubelen. Daarbij wordt vanuit een centrale showroom gewerkt. Die showroom is gevestigd op een industrieterrein centraal in Nederland en is gebouwd in 1983. Ook is bezoek aan huis bij potentiële kopers mogelijk, met speciaal daarvoor ingerichte transportbussen. Naast de showroom is er een magazijn, een hal voor de transportdienst en een kantoordeel. Het kantoordeel is als entresol later in de tijd ingebouwd in het magazijn vanwege de groei van de onderneming. Het familiebedrijf is inmiddels toe aan de derde generatie als eigenaren. De dagelijkse leiding is in handen van de DGA.
Door het vele verkeer met meubelen en transportmiddelen is de temperatuur en de luchtkwaliteit in het magazijn en bij de transportdienst niet optimaal. Medewerkers klagen over hitte in de zomer en weinig frisse lucht. De DGA kent de klachten al enige tijd en wil er een oplossing voor vinden. Het geheel is ook niet Arbo-overeenkomstig meer.
Capaciteit om te adviseren is een knelpunt
Dit is een feit voor een aantal samenstelpraktijktijken. Immers, ook het elastiek van de inzet van accountants kan niet blijvend worden opgerekt. Dat is anno 2024 een aspect om rekening mee te houden. Dat is niet hetzelfde als (automatisch) concluderen dat adviseren over duurzaamheid niet kan omdat er daarvoor geen mensen beschikbaar zijn. Dat hangt ook af van de keuzen van het adviesprofiel van de praktijk en daarmee samenhangende kernvraag: tot welk niveau is advisering gewenst? Hoe diepgaander het advies gewenst is, hoe meer tijdinvestering in kennis en ervaring er zal zijn voorafgaand aan het advies en – al snel – hoe meer tijd het advies zelf zal meebrengen.
Praktijkvoorbeeld deel 2: Een eerste gesprek
De DGA meldt zich bij de accountant met de mededeling dat de DGA een technisch adviseur zal inhuren voor de luchtkwaliteit/werkomgeving. Die adviseur zal een rapport uitbrengen en aanbevelingen doen. De accountant wil graag meelezen met het rapport om ook de fiscale gevolgen in kaart te brengen, de mogelijke investeringsvragen en het proces als geheel mede te begeleiden. De DGA vindt dat goed. Er vindt een gesprek plaats tussen DGA, technisch adviseur en accountant.
Op welk niveau is advisering gewenst?
De ACCA heeft een toegankelijk document beschikbaar gesteld – zij het in de Engelse taal: ‘How SMEs can create a more sustainable world” – over de mogelijkheden die accountants hebben om cliënten met kleinere ondernemingen te ondersteunen op het gebied van (advisering over) duurzaamheid. In dit document worden vier niveaus van advisering aangegeven:
- basisadvisering (bijvoorbeeld over fiscale aspecten);
- verbindingen aanbrengen (bijvoorbeeld met gespecialiseerde adviseurs);
- gevolgen bepalen (bijvoorbeeld voetafdrukken uitrekenen); en
- inbedding van duurzaamheid (bijvoorbeeld analyses en maatregelen binnen de keten).
Het is heel goed denkbaar dat accountants in de samenstelpraktijk de niveaus 1 of 2 kiezen om mee te beginnen of blijvend te behouden. Het is daarbij ook niet altijd goed mogelijk om aan cliënten aan te geven: “Dat doen wij niet”. De cliënt heeft soms ook verwachtingen over wat zijn of haar accountant al vele jaren doet – adviseren namelijk – en wil dat voortzetten voor duurzaamheid. Soms is de deskundigheid van de accountant ook gewoon noodzakelijk voor een goed resultaat. Ook dat weegt mee.
Praktijkvoorbeeld deel 3: Op zoek naar subsidies
De accountant heeft onderkend dat er subsidiemogelijkheden zouden kunnen zijn op het niveau van de rijksoverheid, de provincie, de gemeente en de financierende bank. Bij de gemeente is een Subsidiestaat aanwezig voor het lopende jaar. Die heeft de accountant opgevraagd en aan de DGA per e-mail gezonden. Bij de financierende bank is er een bijdrageregeling in bepaalde investeringen tot een maximumbedrag. Ook de link daarvan heeft de accountant aan de DGA gezonden. Bij de rijksoverheid is de website van de RVO geraadpleegd. Op deze manier heeft de accountant zich niet gepresenteerd als subsidiedeskundige, maar wel ondersteuning geboden. Daarbij zijn de mogelijkheden gekoppeld aan het advies van de technisch adviseur. Procesmatig is er besloten tot een gefaseerde invoering van de verbeteringen, ook vanwege het investeringsniveau en de investeringsfaciliteiten in fiscale zin. Dat heeft de accountant uitgerekend om te helpen de investeringen te spreiden in de tijd.
Een tussenconclusie en een vraag
Wellicht is uw conclusie ook dat de accountant op verschillende onderdelen van het proces geen rol heeft gespeeld – en dat dit prima is – en op andere onderdelen juist in afstemming met de DGA heeft gewerkt om de DGA te ondersteunen. De accountant is geen duurzaamheidsspecialist, maar heeft wel invulling gegeven aan de keuze van de adviesrollen die er zijn. Die adviesrollen zullen ook per cliënt al snel verschillend zijn.
Wat past er bij u?